Met de overeenkomst ter beëindiging van de arbeidsovereenkomst beogen partijen het dienstverband definitief te beëindigen. Om deze bedoeling te benadrukken, wordt vaak afgesproken dat de overeenkomst niet kan worden ontbonden of vernietigd. Op die manier proberen partijen te voorkomen dat de arbeidsovereenkomst kan worden hersteld. Onder omstandigheden kunnen de redelijkheid en billijkheid met zich brengen dat de andere partij geen beroep op die bepaling kan doen. Dan kan op die bepaling worden teruggekomen.
De vaststellingsovereenkomst
In de meeste beëindigingsovereenkomsten wordt vastgelegd dat deze als vaststellingsovereenkomst kwalificeert. Met die toevoeging leggen partijen vast dat de overeenkomst is ondertekend na afweging van goede en kwade kansen. In zo’n geval kunnen partijen achteraf niet terugkomen op de ondertekening, wanneer blijkt dat zij hun positie te negatief hebben ingeschat en met betere onderhandelingen (of een procedure) wellicht een beter resultaat hadden kunnen bereiken. De vaststellingsovereenkomst is juist bedoeld om in zulke onduidelijke of onzekere kwesties een definitieve regeling tot stand te brengen.
De afstand tot ontbinding en vernietiging
In veel overeenkomsten wordt nadrukkelijk afstand gedaan van het recht om de overeenkomst te ontbinden (als de wederpartij zijn afspraken niet correct nakomt) of te vernietigen (als de overeenkomst onder invloed van een wilsgebrek tot stand gekomen is). Met deze afspraak willen partijen nog nadrukkelijker vastleggen dat niet kan worden teruggekomen op de overeenkomst.
Overigens is met die afspraak dan niet gezegd dat de betrokkene volledig rechteloos is, wanneer zijn contractpartner de afspraken schendt of de overeenkomst onder invloed van een wilsgebrek (bij voorbeeld dwaling of bedrog) tot stand is gekomen. In principe zal de betrokkene dan namelijk wél “gewoon” aanspraak kunnen maken op schadevergoeding.
De redelijkheid en billijkheid is sterker dan de partijafspraak
Zelfs als partijen hun uiterste best hebben gedaan om een overeenkomst onherroepelijk te maken, kan de beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid in uitzonderlijke situaties met zich brengen dat de contractpartner zich niet op deze afspraken en/of clausules kan beroepen, zodat de betrokkene de overeenkomst alsnog kan ontbinden of vernietigen.
Uitzonderingssituaties
In het verleden werd aangenomen dat zo’n uitzonderingssituatie zich alleen in heel uitzonderlijke, uiterst unieke gevallen kan voordoen. Een voorbeeld waarin hiervan sprake was, betreft de kwestie waarin de werkgever na de totstandkoming van de vaststellingsovereenkomst ontdekte dat de werknemer voor ruim € 2.000.000,– had gefraudeerd. In die kwestie oordeelde het gerechtshof Amsterdam dat de werknemer in redelijkheid niet kon volhouden dat hij erop had mogen vertrouwen dat de werkgever met de totstandkoming van de overeenkomst afstand had willen doen van deze claim.
Relatief vaker voorkomende scenario’s
Met zijn arrest van 30 juni 2020 heeft het gerechtshof Amsterdam echter een uitzonderingssituatie aangenomen die zich vermoedelijk veel vaker zal voordoen. In die kwestie was (bijna) 1 jaar na de totstandkoming van de arbeidsovereenkomst vastgesteld dat de oud-werknemer aan de ziekte van Parkinson leed. Gezien het stadium waarin de ziekte op dat moment inmiddels verkeerde, gingen de artsen ervan uit dat de werknemer ten tijde van het ondertekenen van de overeenkomst reeds ziek was. In de ogen van het hof lag het echter voor de hand dat beide partijen de overeenkomst hadden getekend in de veronderstelling dat de werknemer niet ziek was. Onder die omstandigheden kon de werknemer in de ogen van het hof de vernietiging van de beëindigingsovereenkomst inroepen, ondanks dat partijen de vernietiging nadrukkelijk hadden uitgesloten.
Geen 100% zekerheid oplossing
Hoewel het (gelukkig) uitzonderingssituaties blijven, toont deze rechtspraak maar weer aan dat nooit voor 100% kan worden gegarandeerd dat een overeenkomst onherroepelijk is. In uitzonderlijke situaties komt de redelijkheid en billijkheid de benadeelde namelijk te hulp. Dit kan niet worden uitgesloten. Wanneer er aanwijzingen zijn voor een ziekte aan de zijde van de werknemer zou het voor de werkgever wellicht een optie zijn om dit op te nemen als overweging bij de totstandkoming van de overeenkomst en/of de hoogte van de beëindigingsvergoeding. Het is echter verstandig om voor ogen te houden dat ook in dat geval geen garantie kan worden verkregen. De werkelijkheid is en blijft nu eenmaal altijd creatiever dan vooraf kan worden bedacht.
Vragen?
Indien u in onderhandeling bent over een overeenkomst of dergelijke onderhandelingen wilt starten en daarbij graag bijstand ontvangt, bespreken wij graag wat wij voor u kunnen betekenen.