Recht van nu 9 Procesrecht 9 Verstek en verzet

Verstek en verzet

15 feb, 2022

Een gedaagde kan een procedure niet vermijden door weg te blijven (of niet tijdig een advocaat zich te laten stellen). De procedure wordt dan buiten zijn of haar aanwezigheid voortgezet.

Verstek verlening

Indien de gedaagde niet in de procedure verschijnt, zal de rechter diens afwezigheid vaststellen. De gedaagde wordt dan verstek verleend.

Het zuiveren van verstek

In de regel zit er een periode tussen het moment dat de rechter de gedaagde verstek verleent en de datum waarop hij zijn vonnis wijst (al hoeft dit niet). Gedurende die periode (dus totdat de rechter zijn vonnis wijst) kan de gedaagde alsnog in de procedure verschijnen. Hij zuivert dan het verstek. In dat geval krijgt hij alsnog de gelegenheid om verweer te voeren tegen de vorderingen.

Het verstekvonnis (1). De hoofdregel: de vordering wordt toegewezen

Indien de verweerder niet in de procedure verschijnt, zal de rechter een verstekvonnis wijzen. Omdat de verweerder de vorderingen van de eiser niet heeft betwist, zal de rechter er in principe vanuit gaan dat deze gegrond zijn. Als de voorgeschreven termijnen en formaliteiten in acht genomen zijn, zal de rechter de vorderingen om die reden in beginsel toewijzen.

Het verstekvonnis (2). De uitzondering: de vordering is onrechtmatig of ongegrond

De rechter dient een vordering (ook als deze niet wordt weersproken) echter af te wijzen als deze hem onrechtmatig of ongegrond voorkomt. In principe doet de rechter niet veel onderzoek naar de onrechtmatigheid of ongegrondheid van een stelling of vordering van de eisende partij. Deze uitzondering doet zich dan ook niet snel voor.

Een aantal onderwerpen wordt echter dusdanig belangrijk geacht, dat de rechter uit zichzelf (ambtshalve), dus zonder dat de gedaagde dat ter discussie stelt, moet onderzoeken of deze zich voordoen. Dit speelt onder meer bij onderwerpen die van openbare orde zijn. Zo moet een rechter bepaalde aspecten van zijn bevoegdheid (internationaal en absoluut) uit zichzelf toetsen. Maar ook speelt dit bij onderwerpen die ertoe dienen om de gedaagde te beschermen. Dit laatste doet zich in het bijzonder bij consumentenbescherming voor.

Het verstekvonnis (3). Geen hoger beroep maar verzet

Wanneer de vorderingen bij verstek zijn toegewezen, kan tegen het vonnis geen appel worden ingesteld. De gedaagde dient dan verzet in te stellen. Verzet wordt ingesteld bij dagvaarding. Met die verzetdagvaarding roept de gedaagde de (oorspronkelijke) eiser op om de procedure voort te zetten. In die dagvaarding zet de gedaagde uiteen waarom de vorderingen van de eisende partij alsnog moeten worden afgewezen.

De termijn om verzet in te stellen

De verzettermijn bedraagt in principe 28 dagen (vier weken; dus geen maand!). Deze termijn is kort, maar ook fataal. Deze kan niet worden opgerekt. Indien de gedaagde deze termijn laat verstrijken, is het verstekvonnis onherroepelijk.

Drie verschillende startmomenten van de verzettermijn

De verzettermijn kan op drie verschillende momenten starten, te weten:

  1. vanaf het moment dat het vonnis aan de gedaagde partij in persoon is betekend. Dat betekent dat de deurwaarder het écht persoonlijk aan die persoon (of bij een rechtspersoon aan de bestuurder daarvan) moet hebben afgegeven;
  2. vanaf het moment dat de gedaagde partij een daad heeft verricht waaruit blijkt dat hij bekend is met de inhoud van het vonnis; en
  3. op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd (is geëxecuteerd).

Deze drie verzetstermijnen kunnen naast elkaar (gaan) lopen. Het is belangrijk om hier goed van bewust te zijn. Zodra de verzettermijn die het eerst is aangevangen, is verstreken, kan namelijk geen verzet meer worden ingesteld op basis van een later aangevangen (en dus nog lopende) verzettermijn.

De verzettermijn bij gedaagden zonder Nederlandse woonplaats

Als de gedaagde ten tijde van de betekening of de daad van bekendheid geen woonplaats in Nederland heeft, maar zijn woonplaats of werkelijk verblijf buiten Nederland wel bekend is, is de termijn van verzet acht weken. Wanneer de woonplaats van de gedaagde in of buiten Nederland onbekend is, vangt de verzettermijn slechts aan op de dag waarop het vonnis ten uitvoer is gelegd.

Bij meerdere gedaagden niet altijd een verstekvonnis

Indien de eiser meerdere personen heeft gedagvaard en één of meerdere van de gedaagden in de procedure zijn verschenen, wordt aan de niet verschenen gedaagde(n) weliswaar verstek verleend, maar wijst de rechter geen verstekvonnis. In dat geval wijst de rechter een vonnis op tegenspraak en staat voor alle gedaagden (zowel de wél verschenen gedaagden, maar ook de niet verschenen gedaagden!) enkel hoger beroep open. Dit betekent dat in die gevallen de appeltermijn reeds aanvangt op de dag nadat het vonnis is gewezen.