In een “normale” procedure heeft de rechter alle tijd en ruimte voor uitgebreid onderzoek naar de feiten. Hij kan, onder meer, een getuige onder ede horen en een deskundige inschakelen. Het gevolg hiervan is dat een bodemprocedure de nodige tijd in beslag neemt. Hierdoor kan het langere tijd duren voordat een rechter zijn vonnis wijst. Een looptijd van vele maanden, soms zelfs meerdere jaren, is geen uitzondering.
Het kort geding
In sommige gevallen kunnen partijen, of één van hen, niet zo lang wachten op een rechterlijke uitspraak. Denk aan de werknemer die geen salaris ontvangt en de verhuurder die wil komen tot ontruiming van een pand. In die gevallen kan een kort geding wellicht een optie zijn.
Spoedeisend belang is vereist
De meeste mensen die bij een procedure betrokken zijn, ontvangen graag zo snel mogelijk een rechterlijke uitspraak. Dan weten ze immers waar ze aan toe zijn.
De wens om op korte termijn een vonnis te ontvangen, levert echter geen reden voor een kort geding op. Voor een kort geding is vereist dat de eisende partij – objectief beschouwd – een spoedeisend belang heeft.
Of in een concreet geval sprake is van spoedeisend belang, hangt af van de omstandigheden van het geval. In beginsel zal een geldvordering bijvoorbeeld geen spoedeisend belang opleveren. Bij loonvorderingen is spoedeisend belang echter gegeven met de aard van de vordering.
Snel voelt niet altijd snel aan
In (super)spoedeisende zaken kan een kort geding nog diezelfde dag plaatsvinden. Denk aan een tv-programma dat voor die avond gepland staat, een vliegtuig dat op het punt staat om weg te vliegen of een boot die op het punt staat om de haven te verlaten. Ook in de procedure van Viruswaarheid en de Staat betreffende de avondklok zag het gerechtshof Den Haag kans om op nog dezelfde dag arrest te wijzen.
Door deze voorbeelden wordt vaak gedacht dat een rechter in een kort geding binnen enkele dagen duidelijkheid kan geven. In de meeste gevallen gaat dit echter niet op. In veel gevallen zal een kort geding nog steeds 2 á 3 maanden in beslag nemen.
Niet te complex
Doordat een kort geding voortvarend verloopt, is er weinig tijd en ruimte voor uitgebreid feitenonderzoek. Het debat over de feiten dient daarom overzichtelijk te zijn. Uiteraard mag een rechter een eis in kort geding niet afwijzen omdat deze juridisch gecompliceerd is.
Een voorlopige voorziening
De voorzieningenrechter verstrekt met zijn vonnis een voorlopige voorziening. De rechter kan dan ook geen declaratoir vonnis uitspreken, waarin hij een rechtstoestand vaststelt. Een verklaring voor recht is in kort geding daardoor niet mogelijk.
Wanneer partijen besluiten om de kwestie aan een bodemprocedure voor te leggen, is die behandelend rechter niet aan het oordeel van de voorzieningenrechter gebonden.
Hoger beroep
Tegen een kort gedingvonnis kan in principe hoger beroep worden ingesteld. Partijen moeten daarbij wel op de appeltermijn letten. Deze is – met vier weken – namelijk korter dan bij een bodemprocedure.