Recht van nu 9 Contractenrecht 9 Tekortkoming en het recht om te ontbinden

Tekortkoming en het recht om te ontbinden

24 feb, 2022

Wanneer uw contractpartner tekortschiet in de op hem rustende verplichtingen, hebt u in de eerste plaats het recht om nakoming te vorderen. Indien uw contractpartner in verzuim verkeert, is uw wederpartij in principe de schade verschuldigd die u door de tekortkoming lijdt. In dat geval kan tevens het recht ontstaan om de overeenkomst te ontbinden.

Wat is ontbinden?

De beëindiging van de overeenkomst

Door ontbinding eindigt de overeenkomst en worden partijen ontslagen uit de verplichtingen die op grond van die overeenkomst op hen rustten. Voor zover zij de overeenkomst gedeeltelijk al zijn nagekomen, dienen die verrichtingen te worden teruggedraaid. Dit wordt ook wel de ongedaanmakingsverplichting genoemd. Als de ene partij de betaling al heeft verricht, dient de andere partij dat terug te betalen. Als de andere partij al een gedeelte van de goederen heeft geleverd, dient de ene partij die goederen terug te geven.

Een eenzijdige rechtshandeling; geen toestemming nodig van de schuldenaar

Ontbinding is een (zogenoemde) eenzijdige rechtshandeling. Dat betekent dat de schuldeiser zelfstandig bevoegd is om de overeenkomst te ontbinden.

Voor de ontbinding is geen medewerking, laat staan toestemming, van de schuldenaar vereist. Over het algemeen kan een overeenkomst buitengerechtelijk ontbonden worden, maar in sommige gevallen heeft de wetgever ter bescherming van één van partijen, die dan vaak als zwakkere partij wordt gezien, bepaald dat de overeenkomst alleen door de rechter kan worden ontbonden. Dit speelt onder meer bij de arbeidsovereenkomst en de huurovereenkomst.

Ter zake de ongedaanmaking is het uiteraard wél handig als de schuldenaar medewerking verleent. Anders zult u daarvoor alsnog naar de rechter moeten.  

Geheel of gedeeltelijk ontbinden

De schuldeiser is in beginsel gerechtigd om de overeenkomst geheel te ontbinden, ook wanneer de overeenkomst grotendeels reeds is nagekomen. Denk aan de situatie dat 9 van de 10 leveringen correct zijn uitgevoerd. In dat geval is de schuldeiser gerechtigd alle 9 leveringen terug te draaien. Desgewenst kan de schuldeiser de overeenkomst echter ook gedeeltelijk ontbinden. Dit is, bijvoorbeeld, handig als de schuldeiser de 9 leveringen reeds heeft doorgeleverd.

Wanneer hebt u het recht om te ontbinden?

De hoofdregel en de uitzondering

Artikel 6:265 lid 1 BW bepaalt dat iedere tekortkoming aan de wederpartij de bevoegdheid geeft om de overeenkomst te ontbinden, tenzij de tekortkoming, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, deze ontbinding met haar gevolgen niet rechtvaardigt.

De uitzondering (“tenzij…”) komt voort uit de redelijkheid en billijkheid. In zijn arrest van 5 januari 2001 (Multi Vastgoed / Nethou), bijvoorbeeld, heeft de Hoge Raad uitgesproken dat de schuldeiser bij zijn keuze tussen de verschillende remedies steeds “gebonden [is] aan de eisen van redelijkheid en billijkheid, waarbij mede de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij een rol spelen.”

Deze belangenafweging valt niet per definitie snel in het voordeel van de schuldenaar uit. Hoewel (1) het gebrek in die kwestie slechts cosmetisch van aard was, (2) het representatieve karakter van het gebouw door het gebrek niet werd geschaad en (3) de corrosie vanaf de openbare weg niet als storend werd ervaren, had het hof in de kwestie Mult Vastgoed / Nethou, bijvoorbeeld, niet blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting, met zijn oordeel dat de schuldeiser aanspraak had op de door hem gekozen remedie. Achtergrond hierbij is “dat het voor de rechtszekerheid van groot belang is dat verklaringen tot ontbinding niet te spoedig nietig worden verklaard. In het algemeen moet een teleurgestelde crediteur erop kunnen rekenen dat hij recht op ontbinding heeft”, aldus de parlementaire geschiedenis. 

Tegelijkertijd zijn er ook voorbeelden te geven van overeenkomsten waarbij de belangen van de schuldenaar in eerste instantie juist een zwaarwegende omstandigheid vormen en waarbij dus niet elke tekortkoming direct de ontbinding rechtvaardigt. Een veel voorkomend voorbeeld hiervan betreft de huurovereenkomst. Daarbij wordt over het algemeen aangenomen dat een huurachterstand pas een ontbinding rechtvaardigt, als de huurachterstand drie of meer maanden bedraagt.  

De Hoge Raad: ontbinding bij een tekortkoming van voldoende gewicht

Lange tijd is gediscussieerd hoe deze hoofdregel en uitzondering zich tot elkaar verhouden. Daarbij werd enerzijds bepleit dat de tenzij-clausule alleen in uitzonderlijke situaties opgaat, maar anderzijds het standpunt ingenomen dat op grond van de tenzij-clausule steeds een belangenafweging dient plaats te vinden,

In zijn arrest d.d. 28 september 2018 (Eigen Haard) heeft de Hoge Raad uitgesproken dat de hoofdregel (“iedere tekortkoming rechtvaardigt ontbinding”) en de uitzondering (“tenzij de tekortkoming de ontbinding met haar gevolgen, gezien haar bijzondere aard of geringe betekenis, niet rechtvaardigt”) in samenhang gelezen moeten worden.

Kort samengevat, geeft elke tekortkoming die van voldoende gewicht is recht op ontbinding. Bij de afweging of de tekortkoming van voldoende gewicht is, dienen alle omstandigheden van het geval te worden betrokken, aldus de Hoge Raad in zijn arrest van 27 november 1998. Op voorhand kan dan ook niet aan één gezichtspunt een beslissende rol worden toegekend.

Verzuim is vereist, tenzij de nakoming tijdelijk of blijvend onmogelijk is

Voor zover de nakoming tijdelijk of blijvend onmogelijk is, ontstaat de bevoegdheid tot ontbinding pas, wanneer de schuldenaar in verzuim verkeert.

Als ontbinding is toegestaan, dan hoeft daar niet vanaf te worden gezien

Wanneer is vastgesteld dat de schuldeiser tot ontbinding gerechtigd is, hoeft hij niet af te zien van ontbinding “op de enkele grond dat de schuldeiser door een alternatief – bij voorbeeld nakoming met schadevergoeding – niet in een wezenlijk nadeliger positie zou komen te verkeren”, zo heeft de Hoge Raad uitgesproken in zijn arrest van 24 november 1995 (Tromp/Regency). Die belangenafweging is dan immers reeds gemaakt in het kader van de afweging of tot ontbonden mocht worden overgegaan (of niet).

Schadevergoeding

Wanneer u schade lijdt doordat de overeenkomst wordt ontbonden, in plaats van dat wederzijdse nakoming plaatsvindt, is uw contractspartner gehouden om deze aan u te vergoeden.

Vragen?

Komt uw contractspartner zijn afspraken niet na of schiet u zelf tekort in uw verplichtingen? Wij bespreken graag met u hoe u uw rechten en belangen het beste kunt beschermen.