Recht van nu 9 Contractenrecht 9 Het “slachtoffer” vond de carnavalsgrap niet geslaagd. Maar was het ook smaad?

Het “slachtoffer” vond de carnavalsgrap niet geslaagd. Maar was het ook smaad?

8 feb, 2024

Carnaval is een feest van vrolijkheid en uitbundigheid, maar ook van spot en zotheid. Veel van die grappen gaan ten koste van een ander. Vaak een (plaatselijk) bekende of een (lokale) bekendheid.  

Anders dan de uitdrukking zegt, valt over smaak echter wel degelijk te twisten. Wat een grappenmaker leuk vindt, kan door het lijdend onderwerp als beledigend worden ervaren.

Met zijn vonnis van 27 oktober 2010 “mocht” de rechtbank Middelburg uitspreken of de betreffende grappen maker met de (naar het oordeel van het slachtoffer) niet-geslaagde grap onrechtmatig had gehandeld.  

Wat waren de feiten?

Beide partijen dreven in 2009 een horecagelegenheid in Hulst. Eiser verhuurde daarnaast kamers.

Stichting Algemeen Hulster Carnaval “De Vossen” organiseert sinds 1968 het carnaval in Hulst. Met het oog daarop geeft zij jaarlijks een plaatselijke carnavalskrant uit.

In aanloop naar het carnavalsfeest van februari 2009 heeft gedaagde in deze krant van “De Vossen” een advertentie geplaatst, met de volgende tekst:

“[naamcombinatie tussen zaak gedaagde en eiser]”

Met gastoptreden van het Franse komische duo Um et Um

[naam medewerker] Kazzan en zijn lieftallige assistente [naam echtgenote] the Dike

Eu, is me dà verschiete,

Carnaval tussen doomos en travestiete.

Iedere dag zemme wai ope

en kunde bai ons duuzend bierkes kope.

Elke dag is bai ons “the place2be”

Alleen nieuwe meskes die zain ier nie. 

Eiser was beledigd door de advertentie. In zijn ogen werd zijn reputatie hierdoor aangetast. Met het oog daarop heeft hij aangifte gedaan bij de politie. Deze strafzaak is geseponeerd.

Op 12 februari 2009 heeft BN/De Stem een bericht aan deze kwestie gewijd. In dat bericht is gemeld dat partijen, in aanwezigheid van burgemeester Jan-Frans Mulder, met elkaar hadden gesproken. Tijdens dat gesprek zou gedaagde hebben uitgesproken dat de bewuste tekst ludiek was bedoeld; en niet laatdunkend. Hij zou hebben betreurd dat de publicatie anders was opgevat en zou zijn verontschuldigingen hebben aangeboden. Volgens de gemeente, aldus dat bericht, zouden partijen elkaar de hand hebben gereikt, waarmee de kou uit de lucht zou zijn geweest.

Eiser heeft dit gesprek echter anders ervaren. Hij heeft zijn stafrechtelijke aangifte gehandhaafd (die uiteindelijk is geseponeerd) en is daarnaast een civiele procedure gestart (die in dit artikel besproken wordt).   

De vorderingen van eiser

Eiser verweet gedaagde dat deze de namen van zijn zaak, zijn echtgenote, zijn vaste medewerker en hemzelf zodanig had verbasterd dat de suggestie was gewerkt dat zij homo en/of travestiet zouden zijn. Dit maakt de advertentie naar zijn mening beledigend, nodeloos kwetsend en discriminerend. Doordat dit in de carnavalskrant was gepubliceerd, had iedereen (in Hulst) hiervan kennis kunnen nemen. Dit zou tot een negatieve geruchtenstroom hebben geleid.

Twee huurders zouden hun huurovereenkomst om die reden hebben opgezegd. Dit zou tot een bedrag ad € 1.577,50 aan materiële schade hebben geleid.

Daarnaast zou zijn eer en goede naam door deze handelswijze te grabbel zijn gegooid. Voor een horecaondernemer als hem zou dat funest zijn. In dat kader maakte hij aanspraak op € 5.000,00, ten titel van vergoeding van immateriële schade.  

Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank stelt vast dat de naam van eiser in de advertentie is verbasterd en dat eiser daarmee is weergegeven als homo en/of travestiet. Daarmee is de naam van eiser gebruikt op een wijze die eiser zelf niet heeft gekozen en die hij als beledigend heeft ervaren. De rechtbank betrekt hierbij dat gedaagde niet heeft weersproken dat de advertentie als beledigend kan worden opgevat. Naar het oordeel van de rechtbank staat daarmee voldoende vast dat gedaagde op de eer en goede naam van eiser heeft aangetast.

Hoewel gedaagde, aldus, een inbreuk heeft gemaakt op de eer en goede naam van eiser, heeft hij naar het oordeel van de rechtbank niet onrechtmatig gehandeld. Aan dat oordeel legt de rechtbank ten grondslag dat de inhoud van de advertentie – gelet op alle concrete omstandigheden van het geval, die bij de beoordeling betrokken moeten worden– niet opzettelijk beledigend en/of onnodig grievend was.

De rechtbank verwijst daarvoor in de eerste plaats naar de context van de advertentie. Nu deze in de aanloop naar carnaval is geplaatst, in de plaatselijke carnavalskrant, moet deze worden gezien in het licht van het naderende carnavalsfeest. Met het oog op de vrolijke aard van dat feest, waarbij regelmatig wordt geparodieerd, gaat de rechtbank ervan uit dat de lezers hebben begrepen dat gedaagde een grap maakte (of in ieder geval probeerde te maken). In ieder geval heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de gemiddelde lezer het (net als hij) als een belediging heeft opgevat.

De omstandigheid dat eiser de advertentie zelf niet grappig vond, maakt het vorenstaande niet anders.

Bij dit alles betrekt de rechtbank de wijze waarop de advertenties is gepubliceerd. Doordat de carnavalskrant in Hulst “huis aan huis” is verspreid, heeft de advertentie in de directe woon- en werkomgeving van eiser (inderdaad) een groot bereik gehad. Het verweer van gedaagde, dat veel mensen de krant na carnaval vermoedelijk hebben weggegooid, doet hier niet aan af. De advertentie is dan immers al gelezen.  

Naar het oordeel van de rechter weegt echter zwaarder dat de carnavalskrant slechts een “losse”, eenmalige uitgave betrof. De uitlating is daarmee alleen in aanloop naar het carnavalsfeest geuit en niet herhaald. Daar komt bij dat een groot publiek, met het bericht in BN/De Stem, kennis heeft genomen van de excuses van gedaagde.  

Om die reden wijst de rechtbank de vorderingen van eiser af en wordt hij veroordeeld in de kosten van de procedure.

Concluderend

De vrijheid van meningsuiting is in Nederland een groot goed. Deze is echter niet absoluut. Onder omstandigheden kan een uitspraak dan ook onrechtmatig zijn en tot schadevergoeding leiden. Of dit het geval is, hangt af van alle omstandigheden van het geval.

De nodige mensen zijn er niet van gediend dat zij als homo en/of travestiet worden weggezet (of er zelfs maar mee worden geassocieerd). Dit gold kennelijk ook voor eiser. Het staat het lijdend onderwerp dan vrij om de kwestie voor te leggen aan een rechter.

Het enkele feit dat iemand niet gediend is van bepaalde uitspraken, maakt deze echter nog niet onrechtmatig. Gelet op de specifieke omstandigheden van het geval, valt het oordeel van de rechtbank dan ook goed te plaatsen. Dergelijke carnavalskranten zijn in regio’s waar carnaval wordt gevierd een bekend verschijnsel, net als tonpraoten, sauwelen, buuttereednen en ouwoeren. 

Vragen?

Bent u gegriefd door uitspraken van iemand anders? Of wordt u door iemand aangesproken op uitspraken die u hebt gedaan?  Onze advocaten bespreken graag met u wat zij voor u kunnen betekenen.