Recht van nu 9 Procesrecht 9 De curator die het beslag moet opheffen

De curator die het beslag moet opheffen

11 nov, 2022

Om te voorkomen dat de verhaalsmogelijkheden verdwijnen, kan een schuldeiser bewarend beslag leggen op waardevolle bezittingen van zijn debiteur. Voor zo’n conservatoir beslag heeft de schuldeiser verlof nodig van de voorzieningenrechter.

Vanzelfsprekend dient de schuldeiser de voorzieningenrechter volledig en naar waarheid te informeren over de kwestie en de vordering. Dit is vastgelegd in artikel 21 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Wanneer de schuldeiser hierin tekortschiet, kan dat reden zijn voor opheffing van het beslag. In zijn vonnis in kort geding van 7 februari 2022 heeft de voorzieningenrechter Almelo een curator veroordeelt om het door hem gelegde conservatoire beslag om die reden op te heffen. 

Wat waren de feiten?

Bij vonnis van 20 augustus 2014 is vennootschap X B.V. door de rechtbank Overijssel in staat van faillissement verklaard. De curator is daarbij als zodanig (als curator) aangesteld.

In het kader van de afhandeling van het faillissement heeft de curator zich op het standpunt gesteld dat de bestuurder, een stichting, tekort is geschoten in de op haar rustende verplichtingen, waaronder de verplichting om de administratie deugdelijk bij te houden en te bewaren (de boekhoudplicht). Met het oog daarop heeft de curator die stichting en de bestuurder van de stichting, een LLP; een Engelse rechtspersoon, aansprakelijk gesteld. Met als argument dat de LLP vergelijkbaar is met een Nederlandse V.O.F., heeft hij ook de “members” van deze LLP aansprakelijk gesteld.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de curator toegewezen. Met dat verlof van de voorzieningenrechter heeft de curator op 6 december 2021 conservatoir beslag gelegd onder diverse bankinstellingen van de betrokken stichting, LLP en “members”.

De vorderingen van de eisers en het verweer van de curator

De stichting, LLP en “members” hebben zich op het standpunt gesteld dat de curator hun verweren ten onrechte niet in het beslagrekest had opgenomen. Daarmee had hij de voorzieningenrechter onjuist en onvolledig geïnformeerd.

De curator betwistte de verwijten. Hij verwees daartoe naar het feit dat hij een 42 pagina’s tellende conceptdagvaarding aan het verzoekschrift had gehecht, waarin de verweren gedetailleerd waren weergegeven en weerlegd.

Het oordeel van de voorzieningenrechter

Het beslagrekest van de curator was onvolledig

De voorzieningenrechter is van oordeel dat de curator essentiële feiten en verweren van de eisers onvermeld heeft gelaten. Hij constateert in dit kader dat de curator in het verzoekschrift tot beslaglegging niet had vermeld dat eisers van mening waren dat zij wél aan de boekhoudplicht hadden voldaan, dat de bestuurders zich beriepen op een disculpatiegrond, dat zij van oordeel waren dat de vordering van de curator was verjaard en dat de LLP-members van mening waren dat op hen geen aansprakelijkheid rustte. Onder die omstandigheden had de curator de voorzieningenrechter (die het verlof voor beslaglegging had verleend) onvolledig voorgelicht.

De omstandigheid dat de curator hierover iets had opgemerkt in het concept van de dagvaarding (die aan het verzoekschrift tot beslaglegging was gehecht) maakt het vorenstaande niet anders. Het is namelijk vaste rechtspraak dat van een rechter niet mag worden verlangd dat die zonder concrete aanleiding of verwijzing zelf in producties op zoek gaat naar relevante informatie. In dit kader stelt de voorzieningenrechter vast dat in het verzoekschrift ook niet expliciet naar die passages uit het concept van de dagvaarding verwezen is.

Schending vormvereisten; sneer naar collega-rechter?

Overigens valt in de uitspraak op dat de curator de voorzieningenrechter (die het beslagverzoek beoordeelde) niet alleen onjuist had geïnformeerd, maar in die procedure ook te weinig had gesteld. Door hem was namelijk niet gesteld, laat staan aannemelijk gemaakt, dat (en waarom) hij vreesde voor verduistering van onroerende goederen. Bovendien had hij niet gesteld waarom beslag proportioneel was en niet op minder bezwaarlijke wijze kon worden gelegd (het subsidiariteitsprincipe).

Hoewel het uiteraard anders kan zijn bedoeld, kan hierin een sneer worden gelezen van deze voorzieningenrechter aan zijn collega die het beslagrekest had beoordeeld. In feite spreekt de voorzieningenrechter met deze opmerking namelijk uit dat zijn collega überhaupt nooit verlof had mogen verlenen, in ieder geval niet zonder nadere vragen te stellen, doordat niet aan (alle) vormvereisten was voldaan.

Wenk

Hoewel de waarheidsplicht een belangrijk uitgangspunt vormt van het civiele procesrecht, wordt deze in de praktijk frequent geschonden. Vermoedelijk speelt daarbij mee dat rechters zelden (verregaande) consequenties verbinden aan een dergelijke schending. In veel gevallen worden partijen in de gelegenheid gesteld om een dergelijke schending te corrigeren. Of hoogstens wordt het meegenomen in de proceskostenveroordeling.

In zoverre heeft deze curator deze verstrekkende gevolgen (van opheffing van het beslag) vermoedelijk niet zien aankomen. Extra pijnlijk is dat hij nota bene door de rechtbank als curator was aangesteld en het verlof vermoedelijk ook (zij het wellicht in aangepaste vorm en/of voor een lager bedrag) zou hebben verkregen, wanneer hij de rechter in eerste instantie wel volledig en correct zou hebben geïnformeerd. Tegelijkertijd is het niet verkeerd dat rechters dergelijke sancties aan zulke “overtredingen” verbinden. Dat blijft immers (zo toont de praktijk, helaas, vaak aan) de enige manier om nakoming af te dwingen.  

Vragen?

Hebt u een vordering op een debiteur en wilt u uw verhaalsmogelijkheden middels beslaglegging veiligstellen? Of heeft een wederpartij ten onrechte beslag gelegd en wilt u dit opgeheven krijgen? Onze procesadvocaten hebben veel ervaring met beslaglegging en bespreken graag uw opties met u.