Recht van nu 9 Arbeidsrecht 9 Arbeidsvoorwaarden 9 De moderne arbeidsverhoudingen: Uber is werkgever

De moderne arbeidsverhoudingen: Uber is werkgever

26 feb, 2022

Het internet heeft niet alleen de samenleving gedigitaliseerd, maar ook de economie, waaronder de arbeidsverhoudingen. Uber, Thuisbezorgd.nl (JustEat), Deliveroo en Helpling zijn maar een paar exponenten van een grote groep platformbedrijven.  

Veel van dergelijke platformbedrijven stellen zich op het standpunt dat zij niet als werkgever kwalificeren. In hun ogen zijn de chauffeurs, bezorgers, schoonmaaksters, etc., werkzaam als zelfstandige. Hierover is inmiddels meermaals geprocedeerd, met verschillende (en tegenstrijdige) uitkomsten. Ter illustratie wordt verwezen naar twee uitspraken van het kantongerecht Amsterdam. Waar de Kantonrechter Amsterdam in zijn vonnis van 23 juli 2018 nog oordeelde dat de Deliveroo-bezorger niet in loondienst was, kwalificeerde hij een soortgelijke rechtsverhouding in zijn vonnis van 15 januari 2019 (zij het dat een andere rechter dat vonnis wees) wél als arbeidsovereenkomst.

Op verzoek van het FNV heeft de kantonrechter Amsterdam zich op 13 september 2021 uitgesproken over de rechtspositie van taxichauffeurs die werkzaamheden verrichten voor Uber. Opvallend detail bij die procedure is dat die niet is gevoerd door of namens één specifieke werknemer. De FNV voerde die procedure uit eigen naam, als contractspartij bij de CAO Taxivervoer die – in haar ogen – ten onrechte werd ontweken.

Het toetsingskader of sprake is van een arbeidsovereenkomst

Voor het toetsingskader of de samenwerking als arbeidsovereenkomst ex artikel 7:610 BW kwalificeert, verwijst de kantonrechter naar de arresten van de Hoge Raad d.d. 14 november 1997 (Groen / Schoevers) en d.d. 6 november 2020 ( X. / Gemeente Amsterdam).

In dat kader stelt de kantonrechter eerst de inhoud van de samenwerking vast. Wat zijn de wederzijdse rechten en plichten die op partijen (Uber en de chauffeurs) rusten? Voor de uitleg van de daaromtrent gemaakte afspraken kijkt de kantonrechter naar:

  • de Haviltexmaatstaf. Wat mochten partijen over en weer van elkaar verwachten?
  • de werkelijke (materiële) verhouding die partijen voor ogen hebben gehad bij het aangaan van de overeenkomst. Wilden zij specifiek een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht aangaan, of hebben ze daar niet uitvoerig over gesproken? en
  • de wijze waarop partijen feitelijk uitvoering hebben gegeven aan de overeenkomst.

Nadat, aan de hand daarvan, de inhoud van de samenwerking is vastgesteld, kan vervolgens worden beoordeeld of de overeenkomst aan de kenmerken van een arbeidsovereenkomst voldoet, of (bijvoorbeeld) als overeenkomst van opdracht kwalificeert.  

Bij die beoordeling acht de kantonrechter niet één enkel kenmerk beslissend, maar worden de verschillende rechtsgevolgen die partijen aan hun samenwerking hebben verbonden in hun onderling verband bezien.

De kenmerken van de arbeidsovereenkomst

Uit de wet volgt dat sprake is van een arbeidsovereenkomst als de ene partij, de werknemer, zich verbindt om (1) in dienst van de andere partij, de werkgever, tegen (2) loon, gedurende zekere tijd (3) arbeid te verrichten. In de rechtspraak en literatuur wordt algemeen aangenomen dat de passage “in dienst van” een gezagsverhouding impliceert.

Kenmerk 3: de arbeid

Voor de kantonrechter staat buiten kijf dat de chauffeurs voor Uber arbeid verrichten. Met het vervoer van de passagiers zijn de chauffeurs van toegevoegde waarde voor Uber. Uber ontvangt namelijk een percentage van de ritprijs.

De kantonrechter gaat niet mee in het verweer van Uber, dat zij met haar platform enkel gebruikers en chauffeurs met elkaar in contact brengt. De kantonrechter verwijst daartoe naar het feit dat de chauffeurs pas toegang tot de Uberapp krijgen, nadat zij akkoord zijn gegaan met de door Uber gestelde voorwaarden. De kantonrechter betrekt hierbij dat de vervoersdiensten voor Uber de kern van haar activiteiten vormen. Dit vormt aldus haar verdienmodel. Daarmee verrichten de chauffeurs voor Uber feitelijk het via de Uberapp aangeboden vervoer van personen.

Bij dit alles acht de kantonrechter relevant dat de chauffeurs de werkzaamheden persoonlijk moeten verrichten. Uber controleert dit door van de chauffeurs te verlangen dat zij steeds een selfie maken. De omstandigheid dat dit mogelijk (mede) verband houdt met de wettelijke eis dat een chauffeur over een taxivergunning moet beschikken, maakt dit niet anders.

Kenmerk 2: het loon

Tussen partijen is niet in geschil dat de chauffeurs loon ontvangen voor hun werkzaamheden. De omstandigheid dat dit via een derde vennootschap verloopt (Uber Pay) verandert dit niet. De omschrijving van de betaling en de vorm van betalen acht de kantonrechter niet relevant.

Kenmerk 1: in dienst van; de gezagsverhouding

In feite is dit het criterium van de arbeidsverhouding die het meest kenmerkend is. De ZZP-er zal over het algemeen immers ook werkzaamheden verrichten en loon ontvangen. Om die reden speelt deze bij de beoordeling een sleutelrol.

Bij de beoordeling van dit criterium stelt de kantonrechter vast dat het gezagscriterium, door de technologische ontwikkelingen, is geëvolueerd t.o.v. het klassieke model. Als gevolg van deze ontwikkelingen zijn werknemers zelfstandiger geworden en worden werkzaamheden op meer wisselende (zelfgekozen) tijden en plaatsen verricht, waarbij controle ook vaker indirect en digitaal plaatsvindt.

Als de rechter dan kijkt naar de samenwerking, constateert hij dat de chauffeurs weinig invloed hebben op de samenwerking. Zij zijn verplicht om zich aan te melden middels de Uberapp. Aan de aan die app verbonden voorwaarden zijn zij gebonden, ook wanneer Uber deze wijzigt.

Het algoritme van deze app, en daarmee Uber, bepaalt wie welke ritten krijgt en wat de prioritering daarbij is. Wanneer Uber een rit aan de chauffeurs aanbiedt, ontvangen deze slechts een beperkt aantal gegevens. Op die manier wil Uber voorkomen dat chauffeurs niet alleen (zeer) lucratieve ritten accepteren, maar ook minder- of oninteressante ritten rijden.

Bij dat aanbod van een rit adviseert Uber ook direct een route, waarop de aan de klant geïndiceerde ritprijs is gebaseerd. Onder die omstandigheden acht de kantonrechter het niet reëel dat de klant en de chauffeur de ritprijs nog in onderling overleg zullen aanpassen. Het is immers onwaarschijnlijk dat de klant met een andere route zal instemmen, wanneer dat tot een hogere ritprijs leidt.

De kantonrechter weegt mee dat vanuit de Uberapp ook een disciplinaire werking  uitgaat. De beoordelingsrating van die app heeft namelijk invloed op het aantal en de kwaliteit van de ritten die een chauffeur krijgt aangeboden. Onder die omstandigheden is het niet realistisch dat een chauffeur een reeds geaccepteerde rit, ook al zou dat theoretisch mogen, daadwerkelijk zal weigeren. Dat beïnvloed immers zijn rating, in negatieve zin.

Tot slot acht de kantonrechter relevant dat Uber de afhandeling van klachten eenzijdig beslist. Wanneer zij besluit om de klant een korting te verlenen, kan de chauffeur bezwaar maken, maar blijft de (eind)beslissing aan Uber.

De conclusie van de kantonrechter

Op grond van dit alles concludeert de kantonrechter dat de chauffeurs die persoonlijk met Uber hebben gecontracteerd enkel “op papier” zijn overeengekomen dat zij als zelfstandig ondernemer werkzaam zijn. Feitelijk kwalificeren zij echter als werknemers. Dit geldt dus niet voor de chauffeurs die de samenwerking met Uber via een vennootschap (V.O.F. of B.V.) zijn aangegaan.

De kantonrechter sluit daarbij niet uit dat (een aantal van) de chauffeurs daadwerkelijk de bedoeling heeft gehad om als ZZP-er aan de slag te gaan. Die bedoeling wordt door de kantonrechter echter gerelativeerd, nu dit vooral lijkt te zijn ingegeven door de voorkeur van Uber, die in economisch opzicht beduidend sterker is.

De kantonrechter betrekt bij dit alles dat “met het oog op het dwingendrechtelijk karakter van het arbeidsrecht en ter bescherming van de zwakkere positie van de werk[nem]er, door de in het contract gekozen bewoordingen” moet worden heen gekeken.

De gevolgen van deze uitspraak

Met deze uitspraak zijn alle chauffeurs die een persoonlijke samenwerking met Uber hebben per direct werknemer van Uber geworden. Zij hebben daarmee aanspraak op de arbeidsvoorwaarden uit de CAO taxivervoer (waaronder pensioen), voor de periode dat deze algemeen verbindend is verklaard.

Overigens is dat vermoedelijk gemakkelijker gezegd dan gedaan. Veel chauffeurs rijden waarschijnlijk namelijk voor meerdere platformen, soms zelfs tegelijkertijd. Dit roept dan de vraag op in welke mate de betreffende verplichtingen dan op die verschillende platformen rusten.

Uber zal ongetwijfeld appel instellen tegen deze uitspraak. Het is dan aan het hof om uit te spreken of zij het oordeel van de kantonrechter onderschrijft, of anders tegen de kwestie aankijkt. Daarna zal de kwestie – zeer waarschijnlijk – in cassatie aan de Hoge Raad worden voorgelegd, om zich hierover uit te laten. Over de platformarbeid is het laatste woord de komende periode dus nog niet gezegd.  

Vragen?

Werkt u via een platformbedrijf en bent u van mening dat u niet correct wordt uitbetaald? Of Wilt u een platformbedrijf opstarten, maar voorkomen dat u achteraf plotseling met allerlei loon- en fiscale claims wordt overvallen? Onze arbeidsrechtspecialisten bespreken graag de kansen en opties met u.