Recht van nu 9 Contractenrecht 9 Geen vergoeding van gymschade

Geen vergoeding van gymschade

25 okt, 2022

Fysieke beweging is gezond. Om die reden wordt sporten actief door de overheid gepromoot. Denk aan de gymlessen op school. Maar… sporten is niet geheel zonder gevaren. Er is altijd het risico op blessures en/of ongevallen. 

Een 12 jarige leerling ondervond dit aan den lijve toen hij tijdens het zaalvoetballen met zijn hoofd tegen een muur van de gymzaal botste. De Rechtbank Midden-Nederland moest in zijn beschikking van 10 november 2021 vervolgens oordelen voor wie de schade van de leerling kwam. Moest de school deze vergoeden, of bleef deze voor rekening van de leerling zelf?

Wat waren de feiten?

De leerling is op 9 januari 2017 tijdens het zaalvoetballen met zijn hoofd tegen een muur van de gymzaal gebotst. Ten tijde van dat incident was hij 12 jaar oud en zat hij in de eerste klas van het VMBO.   

De gymdocent had de klas van ongeveer 25 leerlingen in drie groepen opgedeeld. In het linker gedeelte van de gymzaal verleende de docent hulp aan de leerlingen die de handstand deden. In het rechtergedeelte speelde een groepje basketbal; in het middengedeelte van de gymzaal speelden zes leerlingen (3 tegen 3) zaalvoetbal. Basketbal en voetbal werd zelfstandig door de leerlingen gespeeld. De docent had de leerlingen daarbij geïnstrueerd om voorzichtig te spelen. Zij moesten rustig aandoen, lichamelijk contact vermijden, geen schouderduwen uitdelen, geen slidings maken en niet op de grond te gaan liggen. 

Na een duel om de bal met een medeleerlinge is de leerling, vermoedelijk door een duw, met zijn hoofd tegen de muur gekomen. Na het ongeval kwam er bloed uit het hoofd van de leerling. Met het oog daarop heeft de school contact opgenomen met zijn moeder. Samen met zijn moeder is de leerling naar de huisarts gelopen. Deze heeft de wond gelijmd.

Op 1 februari 2017 is de leerling door de huisarts doorverwezen naar de kinderarts. Aanleiding daarvoor waren aanhoudende klachten. Hij klaagde onder meer over hoofdijn aan het eind van de schooldag en/of na lichamelijke inspanning, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en bloedneuzen. De kinderarts constateerde een verband tussen het incident in de gymzaal en de klachten.

In het derde jaar is de leerling overgestapt van VBMO-tl naar VMBO kader. Deze opleiding heeft hij afgerond. Ten tijde van de procedure/uitspraak volgde de leerling een MBO IV opleiding.

De standpunten van partijen

Door het incident heeft de leerling schade opgelopen. De ouders van de leerling, die in hun hoedanigheid van wettelijk vertegenwoordigers van hun minderjarige zoon handelen, stellen zich op het standpunt dat de school verplicht is om deze schade te vergoeden. In hun ogen heeft de school onrechtmatig jegens hun zoon gehandeld, doordat onvoldoende voorzorgsmaatregelen zouden zijn genomen. Onder meer had de school, naar hun mening, ervoor moeten zorgdragen dat “zachte” wanden waren gecreëerd (bij voorbeeld middels het neerzetten van turnmatjes).  

De school heeft aansprakelijk van de hand gewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de docent lesbevoegd was, dat er niet eerder dergelijke incidenten waren geweest, dat zaalvoetbal een veelvoorkomende gymactiviteit is en dat “harde” muren veelvoorkomend zijn in Nederlandse gymzalen. Onder die omstandigheden meent zij dat zij geen zorgplicht heeft geschonden, zodat zij niet aansprakelijk is.

Het oordeel van de rechtbank

Veiligheid vs. gecontroleerde risico’s

De rechtbank constateert dat er bij een gymles sprake is van een spanningsveld. Enerzijds dient de school een veilige omgeving te zijn, waar het risico op letsel zoveel als redelijkerwijs mogelijk moet worden voorkomen. Ook een gymles moet in een veilige omgeving plaatsvinden. In zoverre mag van een gymdocent worden verwacht dat hij veiligheidsmaatregelen treft om het risico van een ongeval en de gevolgen daarvan zoveel mogelijk te beperken.

Tegelijkertijd is aan gymoefeningen echter ook een bepaalde mate van gevaar verbonden. Vaak zullen leerlingen hun mogelijkheden (moeten) verkennen en grenzen (moeten) opzoeken. Bovendien mogen de veiligheidsmaatregelen de ontwikkeling van de leerlingen niet te veel beknotten. De gymles heeft immers als doel om de leerlingen door middel van sporten op lichamelijk, cognitief en sociaal vlak te ontwikkelen.

In zoverre is er sprake van een spanningsveld tussen veiligheid (enerzijds) en gecontroleerde risico’s (anderzijds). Onder deze omstandigheden leidt de enkele omstandigheid dat tijdens de gym een ongeval heeft plaatsgevonden niet automatisch tot de conclusie dat sprake is van onzorgvuldig en onrechtmatig handelen. Of maatregelen aan de orde zijn, hangt af van de aard van de oefening, de ernst van de mogelijke gevolgen, de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van veiligheidsmaatregelen en de kans op schade.

De vraagstelling en het antwoord daarop

In feite ligt de vraag voor of de docent tijdens de gymles heeft gehandeld zoals een van een redelijk en bekwaam handelend docent lichamelijke opvoeding in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. De rechtbank beantwoordt deze vraag bevestigend.

De docent had niet meer veiligheidsmaatregelen hoeven treffen

Bij zijn oordeel betrekt de rechtbank dat het voetbalspel zeer geschikt is voor 12 á 13 jarige leerlingen uit de eerste klas van het VMBO. Het is een betrekkelijk eenvoudig spel, waarmee iedereen bekend is.

Dat deze sport niet geheel ongevaarlijk was, blijkt alleen al uit het feit dat de leerling schade heeft opgelopen. Daarmee is echter niet gezegd dat de docent onzorgvuldig heeft gehandeld, door het voetbalspel te laten plaatsvinden zoals dat is gebeurd.

De rechtbank weegt hierbij, onder meer, mee dat het aantal spelers in het veld beperkt was (3 tegen 3). Bovendien was er voldoende speelruimte aanwezig. Het is daarnaast niet gebleken dat de leerlingen vaak tegen de muur opliepen. tevens had hij de leerlingen vooraf geïnstrueerd om rustig te spelen. Bij dit alles acht de rechtbank relevant dat de docent, zij het op afstand, toezicht hield op het spel.

Wanneer de rechtbank kijkt naar de aard en inrichting van het spel en meeweegt dat de docent instructies had gegeven, is zij van oordeel dat de kans op ongevallen niet groot was. Onder die omstandigheden kon van de docent niet worden verwacht dat hij meer maatregelen zou hebben getroffen dan hij had gedaan. De rechtbank weegt daarbij mee dat de zaal bij gymlessen op middelbare scholen vaak wordt verdeeld in drie veldjes die begrensd worden door muren.

Tevens gaat de rechtbank niet mee in het betoog van (de ouders van) de leerling, dat de docent “zachte” muren had moeten creëren. De rechtbank verwijst in dit kader naar het Nederlandse gebruik. Hoewel de muren van nieuwere gymzalen wellicht niet meer van bakstenen zijn opgetrokken, zijn deze nog steeds van een materiaal dat ook “hard” is. Ook hieromtrent kan de docent dus niets worden verweten. 

Geen geschonden zorgplicht ≠ aansprakelijkheid

Nu de docent geen zorgplicht heeft geschonden, is de school niet aansprakelijk. Om die reden worden de verzoeken van (de ouders van) de leerling afgewezen. De leerling blijft daarmee zelf opgezadeld met de schade van het incident.

Wenk

In het goed georganiseerde en goed verzekerde Nederland ontstaat wel eens het beeld dat alle schade altijd verhaalbaar is. Dit is echter een wijdverbreid misverstand. De hoofdregel is (nog steeds) dat iemand zijn eigen schade in beginsel zelf moet dragen. Pas wanneer deze schade op een ander kan worden verhaald, kan de schade worden doorgeleid.

In casu stelde de leerling zich op het standpunt dat de docent onrechtmatig jegens hem had gehandeld, door onvoldoende veiligheidsmaatregelen te treffen. Op begrijpelijke gronden (en aansluitend bij vaste rechtspraak) wijst de rechtbank deze claim af. Zij merkt terecht op dat de ernst van de gevolgen geen aansprakelijkheid schept. In het geval van een ongelukkige samenloop van omstandigheden blijft de schade, hoe vervelend ook, bij de benadeelde.  

Nu de docent, naar het oordeel van de rechtbank, niets kan worden verweten, zou de leerling eventueel nog kunnen onderzoeken of hij zijn schade wellicht zou kunnen verhalen op de medeleerlinge die de betreffende duw destijds gegeven heeft. De vraag is echter of die route kansrijk is. Bij sport- en spelactiviteiten wordt aansprakelijkheid namelijk niet snel aanvaard.

Vragen?

Hebt u schade opgelopen tijdens een sport- of spelactiviteit? Of wordt u daarvoor aansprakelijk gesteld? Onze advocaten bespreken graag met u wat zij voor u zouden kunnen betekenen.