Recht van nu 9 Procesrecht 9 Nietigheid! De sanctie op de onduidelijke dagvaarding

Nietigheid! De sanctie op de onduidelijke dagvaarding

19 feb, 2022

Dagvaardingszaken vangen aan met een dagvaarding. Dit door de deurwaarder te betekenen exploot dient aan een groot aantal vereisten te voldoen.

Deels betreffen dat formele eisen. Zo moeten, bijvoorbeeld, bepaalde gegevens van beide partijen in het exploot worden benoemd. Voor de gedaagde moet het immers duidelijk zijn dat hij in een gerechtelijke procedure wordt betrokken. Ook moet begrijpelijk zijn wie de vordering instelt. De gedaagde moet immers weten tegen wie hij zich moet verdedigen.

Naast deze formele vereisten worden ook inhoudelijke eisen aan een dagvaarding gesteld. Zo moet in de dagvaarding in begrijpelijke bewoordingen uiteen zijn gezet wat de eiser vordert en waarom (op welke gronden) hij daarop aanspraak meent te hebben.

Dit laatste klinkt (wellicht) vanzelfsprekend. Dat lijkt ons ook. In de kwestie die leidde tot het vonnis van de kantonrechter Groningen van 26 oktober 2021 ging dit echter (toch) fout. Dat had vervolgens verstrekkende gevolgen, doordat de dagvaarding nietig werd verklaard.

Wat waren de feiten?

De eiser stelde zich op het standpunt dat hij in opdracht en voor rekening van gedaagde vetleidingen zou hebben geledigd en een nieuwe vetput zou hebben geplaatst. Een deel van de aan die werkzaamheden verbonden kosten zouden door gedaagde onbetaald gelaten zijn. Om die reden werd in de procedure aanspraak gemaakt op het restant, ad € 8.931,63. Vrij overzichtelijk, zou je zeggen.

Kennelijk was de kwestie toch wat minder duidelijk dan je zou verwachten. In het verweerschrift nam de gedaagde in ieder geval het standpunt in dat zij de stellingen en vorderingen van de eiser niet kon plaatsen c.q. volgen. Voor zover zij enig bedrag verschuldigd was, betwistte de gedaagde subsidiair de gevorderde omvang. Voor wanneer (een deel van) de vordering van eiser zou worden toegewezen, stelde gedaagde een reconventionele vordering in.

Noch in haar verweerschrift in reconventie, noch op de mondelinge behandeling heeft eiser zijn stellingen en/of vorderingen verduidelijkt.

Het oordeel van de kantonrechter

De rechter stelt in de eerste plaats vast dat eiser de feitelijke omstandigheden niet volledig en/of correct in de dagvaarding heeft weergegeven. In de dagvaarding heeft hij de kwestie namelijk als een eenvoudige incassokwestie gepresenteerd. Daarmee heeft hij de suggestie gewekt dat de vordering onbetaald gelaten werd, hoewel de gedaagde daartegen geen verweer had. Uit de conclusie van antwoord van de gedaagde bleek echter dat de kwestie veel complexer was, alsook dat de gedaagde wel degelijk inhoudelijk verweer had.

Daarnaast heeft de eisende partij in zijn dagvaarding overwegend volstaan met verwijzingen naar de bijlagen. Hij heeft zijn stellingen niet nader toegelicht. Daarmee heeft de eiser miskent dat gedaagde en de kantonrechter in die producties niet op zoek hoeven te gaan naar de onderbouwing van de vorderingen. Op eisers rust juist de plicht om dit uit zichzelf aan te dragen.

Naar het oordeel van de kantonrechter wordt de gedaagde door dit alles onredelijk in zijn belangen geschaad. Doordat het de gedaagde (net als de kantonrechter) niet duidelijk was wat eiser aan zijn vorderingen ten grondslag legde, was het haar niet kenbaar waartegen zij zich moest verweren.

In veel gevallen zal de rechter de eiser in de gelegenheid stellen om dergelijke gebreken van de dagvaarding te herstellen. In casu biedt de rechter de eiser die kans echter niet. De kantonrechter betrekt daarbij dat de gedaagde het onderhavige bezwaar reeds in haar verweerschrift (conclusie van antwoord) had uitgesproken. Daardoor had de gedaagde reeds twee kansen gehad om zijn stellingen, standpunten en vorderingen (nader) toe te lichten, namelijk in de conclusie van antwoord in reconventie en op de mondelinge behandeling.

Op grond van dit alles verklaarde de rechter de dagvaarding nietig. Om die reden werd eiser in de kosten van de procedure veroordeeld. De reconventionele vorderingen van de gedaagde liet de kantonrechter buiten behandeling, omdat deze voorwaardelijk waren ingesteld.

De conclusie

Een dagvaarding wordt over het algemeen niet snel nietig verklaard. De rechter gebruikte zelfs de Latijnse term “obscuur libel”, wat zoveel wil zeggen als dat er geen touw aan vast te knopen viel. De eiser moet zich in de dagvaarding en op de mondelinge behandeling dan ook wel bijzonder onsamenhangend hebben uitgelaten.

Al met al verliep de procedure natuurlijk volstrekt hopeloos voor de eiser. Niet alleen werden zijn vorderingen afgewezen, maar ook werd hij veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit zal zijn advocaat ongetwijfeld een kritisch en stevig gesprek hebben opgeleverd. De enige meevaller voor de eiser is dat hij opnieuw kan beginnen. Doordat de procedure namelijk niet inhoudelijk is behandeld, staat het hem vrij om de kwestie nogmaals aan de rechter voor te leggen. Dan zal hij echter wel meer zorg moeten (laten) besteden aan de dagvaarding. Een gewaarschuwd mens, telt immers voor twee.

Vragen?

Wilt u een gerechtelijke procedure starten? Of wordt u door iemand anders in een procedure betrokken? Onze advocaten hebben veel ervaring met het procesrecht en bespreken graag met u wat zij voor u kunnen betekenen.