Recht van nu 9 Contractenrecht 9 Een extra uitzondering op de verplichting tot terhandstelling van algemene voorwaarden

Een extra uitzondering op de verplichting tot terhandstelling van algemene voorwaarden

29 nov, 2022

Tenzij een van de uitzonderingen zich voordoet, is de gebruiker van algemene voorwaarden verplicht om deze voorafgaand aan of bij het tot stand komen van de overeenkomst aan zijn contractspartner ter hand te stellen (feitelijk te verstrekken). Wanneer de gebruiker dit nalaat, loopt hij het risico dat de algemene voorwaarden vernietigd (kunnen) worden. Met zijn uitspraak van 11 november 2022 (De Eendracht) heeft de Hoge Raad een extra uitzondering op de terhandstellingsplicht aanvaard.

Wat waren de feiten

De gebruiker van de algemene voorwaarden, een leverancier, heeft in de periode 2008 tot en met 2014 meerdere malen bulkgoederen, waaronder zonnebloemkoek, aan zijn contractspartner, Aan- en Verkoopcoöperatie De Eendracht U.A., verkocht.

Op deze overeenkomsten heeft de gebruiker de Conditiën van de Nederlandse Handel in Granen en Diervoedergrondstoffen (CNGD) van toepassing verklaard. Deze voorwaarden bevatten, onder meer, een arbitrageclausule.

De gebruiker heeft deze algemene voorwaarden nimmer aan De Eendracht verstrekt. In het cursusjaar 2012/2013 heeft de statutair bestuurder van De Eendracht echter wel de zogeheten ‘Graancursus’ gevolgd. Hierin zijn de CNGD en de daarin opgenomen arbitrageclausule uitgebreid behandeld.

De koper heeft deze goederen (samen met andere bestanddelen) verwerkt tot legkippenvoer. De Eendracht heeft dit veevoer vervolgens verkocht en geleverd aan Raiffeisenbank Emsland-Mitte EG. Raiffeisenbank heeft het voer op haar beurt doorverkocht aan Duitse pluimveehouders.

De Raiffeisenbank heeft De Eendracht in mei 2017 gedagvaard. In die procedure heeft Raiffeisenbank aanspraak gemaakt op schadevergoeding. Aan die vordering heeft zij ten grondslag gelegd dat enkele leveringen van het legkippenmengvoer niet aan de overeenkomst hadden voldaan.

Het geschil

De Eendracht heeft de gebruiker van de algemene voorwaarden in vrijwaring opgeroepen. Met een beroep op het in de CNGD opgenomen arbitragebeding heeft de gebruiker betoogd dat de rechtbank zich onbevoegd moest verklaren.

Partijen verschilden van mening of het arbitragebeding van toepassing was. De Eendracht stelde zich op het standpunt dat zij deze clausule rechtsgeldig had vernietigd, op de grondslag dat de algemene voorwaarden niet aan haar ter hand waren gesteld. De gebruiker was van oordeel dat de vernietiging niet tot het beoogde gevolg had geleid, omdat De Eendracht – door de door haar bestuurder gevolgde cursus – met deze bepaling bekend was geweest.

Het oordeel van de Hoge Raad

Het uitgangspunt van de wet is dat een beding in algemene voorwaarden vernietigbaar is wanneer de gebruiker zijn wederpartij niet een redelijke mogelijkheid heeft geboden om daarvan kennis te nemen. Een redelijke en op de praktijk afgestemde uitleg brengt echter mee dat aan de strekking van die regeling eveneens recht wordt gedaan, wanneer de wederpartij zich tegenover de gebruiker niet op vernietigbaarheid kan beroepen, wanneer zij ten tijde van het sluiten van de overeenkomst met dat beding bekend was of geacht kon worden daarmee bekend te zijn. De Hoge Raad noemt dit ook wel de “bekendheidsuitzondering”.

De bekendheidsuitzondering berust op de gedachte dat daarmee recht wordt gedaan aan de strekking van de wet. Naar het oordeel van de Hoge Raad is het daarbij niet relevant of die bekendheid gecreëerd is door de gebruiker, of dat de wederpartij die op andere wijze heeft opgedaan. Ook indien de wederpartij bij toeval, bijvoorbeeld via een cursus, kennis heeft genomen van de algemene voorwaarden, komt de wederpartij geen beroep toe op vernietiging wegens schending van de terhandstellingsverplichting.

Wat leert deze uitspraak?

Met deze uitspraak is de Hoge Raad afgeweken van de tekst van de wet. In zoverre had hij tot een andere uitkomst kunnen komen. Toch verbaast deze uitspraak niet. Deze uitkomst sluit namelijk aan bij de bedoelingen van de wetgever en de strekking van de wet. Tevens ligt deze uitspraak in lijn met eerdere uitspraken van de Hoge Raad.

Door deze uitspraak krijgen gebruikers van algemene voorwaarden van de Hoge Raad een extra escape, wanneer zij zijn “vergeten” om de algemene voorwaarden te verstrekken. De vraag is echter of in veel gevallen een beroep op deze uitzondering zal kunnen worden gedaan. De gebruiker zal zijn contractspartner immers goed moeten kennen, of veel geluk moeten hebben, om te kunnen bewijzen dat de gebruiker op andere wijze bekend was geraakt met de inhoud van de algemene voorwaarden. Wie weet immers welke cursussen door zijn contractspartner zijn gevolgd en wat daarin besproken is?

Vragen?

Hebt u vragen over het gebruik van algemene voorwaarden? Of wilt u algemene voorwaarden laten opstellen of beoordelen? Onze advocaten hebben hier veel ervaring mee. Zij bespreken graag met u wat zij voor u zouden kunnen betekenen.