Recht van nu 9 Contractenrecht 9 Een oneerlijk rentebeding? Dan ook geen wettelijke rente!

Een oneerlijk rentebeding? Dan ook geen wettelijke rente!

25 nov, 2022

De ondernemer is bij consumentenovereenkomsten meestal de “sterke” partij. Om die reden worden consumenten bij oneerlijke bedingen in grote mate beschermd. Een verhuurster van woonunits ondervond dit aan den lijve, met het vonnis van de kantonrechter Alkmaar van 24 maart 2021

Wat waren de feiten?

De gedaagde was eind 2018 getroffen door een grote brand. Zijn woning was daarbij zo ernstig beschadigd, dat hij tijdelijk andere huisvesting nodig had. Met het oog daarop heeft hij 5 woonunits van Boxtom gehuurd.

Op de overeenkomst had Boxtom haar algemene huurvoorwaarden van toepassing verklaard. Voor zoveel relevant bepaalden deze voorwaarden dat de huurder een rente van 2% per maand verschuldigd was, over de periode dat factuurbedragen onbetaald gelaten werden.

Over de periode 1 november 2018 tot en met 15 juni 2020 heeft Boxtom 5 facturen aan gedaagde toegezonden, voor een totaalbedrag € 11.504,68. Gedaagde heeft op 29 juni 2020 een betaling gedaan van € 3.426,72. Het resterende gedeelte van € 8.077,96 is door gedaagde onbetaald gelaten.

De vorderingen van Boxtom en het verweer van gedaagde

Boxtom heeft aanspraak gemaakt op de hoofdsom van € 8.077,96. Tevens heeft zij aanspraak gemaakt op € 778,86 ten titel van buitengerechtelijke incassokosten. Aanvullend heeft de verhuurster de kantonrechter verzocht om de huurder te veroordelen tot betaling van rente over beide bedragen. Primair heeft zij aanspraak gemaakt op de wettelijke rente van 2% per maand; subsidiair heft zij aanspraak gemaakt op de wettelijke rente van 2% per jaar.

De huurder heeft de verschuldigdheid van de hoofdsom erkend. Wegens geldgebrek was hij (nog) niet in staat geweest om dit bedrag te voldoen. Hij sprak uit tot betaling te zullen overgaan, zodra zijn (brand)verzekeraar tot uitkering was overgegaan. Bij de gevorderde contractuele rente plaatste gedaagde vraagtekens. Deze was in zijn ogen exorbitant hoog.

Het oordeel van de kantonrechter

Ter zake de hoofdsom

Nu de gedaagde de hoofdsom niet betwist en deze de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voorkomt, wijst de kantonrechter deze integraal toe.

Ter zake de buitengerechtelijke kosten

Aangezien de huurder een consument is, had de verhuurster een 15-dagenbrief moeten sturen. Dit is een sommatiebrief waarin aan de debiteur wordt aangezegd dat en welke buitengerechtelijke incassokosten hij verschuldigd wordt, wanneer de openstaande hoofdsom niet alsnog wordt voldaan binnen 14 dagen na ontvangst van die brief.

Aangezien de verhuurster niet heeft toegelicht dat, laat staan wanneer, zij een dergelijke sommatiebrief heeft toegezonden, wijst de kantonrechter de vordering ter zake buitengerechtelijke incassokosten af. De kantonrechter verwijst daarbij naar de uitspraak van de Hoge Raad van 25 november 2016.  

Ter zake de rente

De huurder ontvangt consumentenbescherming

De kantonrechter constateert dat de gedaagde een natuurlijke persoon is, die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf. Daarmee kwalificeert de huurder als consument. Om die reden past de rechter de beschermende bepalingen van het Europees consumentenrecht toe, ook als de gedaagde daarom niet heeft gevraagd. Dit laatste wordt “ambtshalve toetsing” genoemd.

Het beding betreffende de contractuele rente is opgesteld om in een aantal overeenkomsten te worden opgenomen. Om die reden dient de rechter ambtshalve te toetsen of het beding oneerlijk is, als bedoeld in de Richtlijn 93/13 van de EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten.

Geen contractuele rente; het rentebeding is onredelijk bezwarend

De kantonrechter stelt vast dat de contractuele rente aanmerkelijk hoger is dan de van toepassing zijnde wettelijke rente. Door Boxtom zijn geen omstandigheden gesteld die dit (fors hogere) rentepercentage rechtvaardigen. Op die gronden oordeelt de kantonrechter dat het beding onredelijk bezwarend is. Om die reden vernietigt hij het rentebeding. Daarmee wordt de gevorderde wettelijke rente afgewezen.

Geen wettelijke rente; geen terugval op de wettelijke regeling

De (subsidiaire) vordering betreffende wettelijke rente wordt eveneens door de kantonrechter afgewezen. De kantonrechter verwijst daartoe naar het arrest van het Hof van Justitie EU van 27 januari 2021. In dat arrest sprak het hof van Justitie EU uit dat schuldeisers, zoals Boxtom, na vernietiging van een oneerlijk beding geen aanspraak kunnen maken op de wettelijke schadevergoeding die is vastgelegd in een bepaling van aanvullend nationaal recht en die zonder dat contractuele beding van toepassing zou zijn geweest.

Ter zake de proceskosten

Nu de huurder in het ongelijk is gesteld (ter zake de hoofdsom), wordt hij in de proceskosten veroordeelt.

Vragen?

Hanteert u algemene voorwaarden bij contracten met consumenten en wilt u zeker weten dat die in een procedure standhouden? Of hebt u een overeenkomst met een ondernemer gesloten en vraagt u zich af diens voorwaarden vernietigbaar zijn? Onze in contractenrecht gespecialiseerde advocaten bespreken graag met u wat zij voor u kunnen betekenen.