Schulden vormen een groot maatschappelijk probleem. Niet alleen hebben ze grote economische gevolgen, maar ook creëren ze vaak psychische problemen bij betrokkenen. Denk aan de druk en de stress die het veroorzaakt. Vanwege de impact die schulden hebben op de economie en maatschappij heeft dit inmiddels al langere tijd aandacht van de wetgever.
Veel mensen met schulden wachten te lang met het zoeken van hulp en/of ondersteuning. Daardoor lopen de schulden op, waardoor de problemen toenemen. Met vroegsignalering hoopt de overheid te bereiken dat in een vroeg stadium zicht op schulden ontstaat. Met het oog daarop heeft de wetgever de Wet gemeentelijke schuldhulpverlening gemaakt en de staatssecretaris het Besluit gemeentelijke schuldhulpverlening vastgesteld.
Huurachterstanden nemen in dit kader een bijzondere positie in. Vaak krijgen verhuurders namelijk in een vroeg stadium signalen, onder meer doordat de huur (steeds) iets later betaald wordt en/of er achterstanden ontstaan of oplopen. Maar ook kunnen huurachterstanden verstrekkende gevolgen hebben voor de huurder. Als de huurachterstand snel oploopt, kan dit er immers toe leiden dat de huurder de woning op korte termijn moet verlaten. De huurder (en zijn gezin) raakt dan wellicht zelfs dakloos
In een poging om dergelijke problemen te voorkomen, heeft de wetgever verhuurders sinds 1 januari 2021 de verplichting opgelegd om – in het geval van huurachterstanden bij een huurder van een woning – de contactgegevens van de huurder en de hoogte van de achterstand aan het college voor schuldhulpverlening (lees: het college van burgemeester en wethouders van de betreffende gemeente) te verstrekken, nadat hij:
- zich heeft ingespannen om in persoonlijk contact te komen met de huurder om deze te wijzen op de mogelijkheden om betalingsachterstanden te voorkomen en te beëindigen;
- de huurder heeft gewezen op de mogelijkheden voor schuldhulpverlening;
- de huurder ten minste eenmaal een schriftelijke herinnering heeft gestuurd over de betalingsachterstand; en
- de huurder bij die schriftelijke herinnering (als bedoeld onder sub c) heeft aangeboden om met schriftelijke toestemming van de huurder zijn contactgegevens aan de gemeente te verstrekken en de huurder daarop niet afwijzend heeft gereageerd (dus niet alleen als de huurder die schriftelijke toestemming verstrekt).
Strikt genomen, staat op overtreding van dit stappenplan geen sanctie voor de verhuurder. In beginsel beperkt een schending van het stappenplan de verhuurder dan ook niet in zijn mogelijkheden om tot ontbinding van de huurovereenkomst en/of ontruiming van de woning te komen. Een rechter heeft echter de vrijheid om de handelswijze van de werkgever mee te laten wegen in zijn oordeel. Dit deed zich, bijvoorbeeld, voor bij de uitspraak van de kantonrechter Roermond van 4 april 2022, die de door de verhuurder gevorderde ontruiming op die grondslag afwees.