Recht van nu 9 Arbeidsrecht 9 Bijzondere bedingen 9 Het concurrentiebeding bindt echt

Het concurrentiebeding bindt echt

2 dec, 2021

Veel mensen tekenen een concurrentiebeding klakkeloos. Zij denken dat ze (toch) niet aan het concurrentiebeding kunnen worden gehouden. Dit is echter een misvatting, die verstrekkende gevolgen kan hebben.

Het concurrentiebeding

Om hun bedrijfsbelangen te beschermen, bedingen veel werkgevers een concurrentiebeding. Vaak gebeurt dat bij de indiensttreding van de medewerker. Dit kan echter ook na verloop van tijd, bijvoorbeeld bij een functieverbetering of (andere) carrièrestap. Een dergelijk beding moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moet het, bij voorbeeld, schriftelijk worden aangegaan, met een meerderjarige werknemer. Bij een dienstverband voor bepaalde tijd moet de werkgever zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen hebben en dit goed motiveren. Voor een nadere toelichting verwijzen wij u naar dit artikel daarover.

De boete

Om de werknemer te “motiveren” om het concurrentiebeding na te komen, wordt hier over het algemeen een boete aan gekoppeld. Vaak gaat het dan om forse bedragen, die oplopen hoe langer de overtreding van het concurrentiebeding voortduurt. € 5.000 (zegge: vijfduizend euro) per overtreding, te vermeerderen met EUR 500 (zegge: vijfhonderd euro) voor elke dag dat de overtreding voortduurt, is niet ongebruikelijk.

De rechter matigt soms

Het komt zeker voor dat de rechter de door de werkgever gevorderde boete matigt (soms zelfs tot nihil). Dit speelt bijvoorbeeld als de werkgever eigenlijk geen reëel belang heeft bij het concurrentiebeding. Het concurrentiebeding moet echt gericht zijn op het beschermen van de bedrijfsbelangen van de werkgever. De werkgever mag dit niet gebruiken om werknemers op oneigenlijke gronden aan zich te binden (doordat het voor de werknemer onmogelijk wordt om over te stappen naar een andere werkgever).

Maar de rechter matigt lang niet altijd

De hoofdregel is echter dat de werknemer volledig aan het concurrentiebeding gebonden is. Dat wil zeggen: zowel aan het verbod om elders aan de werkgever concurrerende werkzaamheden te verrichten, maar ook aan de boeteclausule. Alleen als de werknemer de kantonrechter kan overtuigen dat het concurrentiebeding niet geldig is of de boete moet worden gematigd, verandert dit. Daar loopt de werknemer dus een serieus risico. En zelfs als de rechter de boete matigt, kan een fors boetebedrag blijven bestaan.

De kantonrechter Rotterdam matigde in het geheel niet

In de kwestie die tot deze uitspraak leidde, pakte dit voor de werknemer uiterst vervelend uit. Hoewel zijn oud-werkgever hem, na de indiensttreding bij een concurrent van zijn oud-werkgever, aan het concurrentiebeding had herinnerd, had de werknemer zijn werkzaamheden voor de nieuwe werkgever onverminderd voortgezet. De kantonrechter veroordeelde hem daarop – na afloop van het concurrentiebeding – tot betaling van € 51.800 (€ 2.000 voor de overtreding en 249 x € 200 voor het voortzetten van de overtreding).

De kantonrechter oordeelt dat de werknemer zijn voormalig werkgever sinds de uitdiensttreding daar beconcurreert. Hij “bedient [namelijk] dezelfde klanten op dezelfde markt. Zoveel is duidelijk.”

De kantonrechter ziet vervolgens geen reden voor matiging van het concurrentiebeding. Nog los van de vraag of de locatie van het verrichten van de werkzaamheden relevant is (volgens de oud-werkgever is het verrichten van de werkzaamheden niet aan een locatie gebonden), constateert de rechter dat de nieuwe werkplek van de werknemer zich op korte afstand van de oud-werkgever bevindt. Ook aan de looptijd van het concurrentiebeding besteedt de rechter weinig woorden, omdat de oud-werkgever de boete heeft gematigd tot de overtreding over de duur van één jaar.

Ook de boete wordt door de kantonrechter niet gematigd. Hoewel hij zich realiseert dat het “weliswaar een flink bedrag aan boete [is] dat [de werknemer] moet betalen“, constateert de kantonrechter dat “het concurrentiebeding […] niet voor niets overeengekomen” is. De werknemer “had zich daar simpelweg aan moeten houden of desnoods, om het oplopen van de boete te voorkomen, gehoor moeten geven [aan de oproep om zijn werkzaamheden voor zijn nieuwe werkgever te staken]. [De werknemer] heeft het een noch het ander gedaan. Een boete moet je wel ‘voelen’, anders heeft het weinig zin deze aan een concurrentiebeding te verbinden“, aldus de kantonrechter.