Recht van nu 9 Vastgoedrecht 9 Huurrecht 9 Wie betaalt de schade aan de arrenslee van de kerstman?

Wie betaalt de schade aan de arrenslee van de kerstman?

21 dec, 2023

Kerst wordt vaak beschouwd als een periode van vrede en verbroedering. Maar ook in de kerstperiode kunnen gebeurtenissen plaatsvinden die tot een geschil leiden. Dit geldt zelfs voor gebeurtenissen die met het kerstfeest samenhangen. Zo “mocht” de kantonrechter Alkmaar met zijn vonnis van 29 juli 2020 oordelen wie aansprakelijk was voor de schade aan de arrenslee van de kerstman.  

Wat waren de feiten?

De eiser houdt zich, onder meer, bezig met de verkoop en verhuur van decoratieve materialen en objecten ten behoeve van evenementen. In dat kader verhuurt hij onder andere een arrenslee.

De gedaagde is een belangenvereniging van plaatselijke ondernemers. In december 2018 heeft deze vereniging een winterfair georganiseerd.

De belangenvereniging heeft op 15 en 16 december 2018 een houten arrenslee met kunststof rendier van eiser gehuurd, ten behoeve van deze winterfair. Op de winterfair konden bezoekers van de winterfair in de arrenslee op de foto met de door de vereniging verzorgde kerstman.

De huurprijs bedroeg € 483,75 (inclusief BTW). De factuur is op 13 december 2018 door eiser aan gedaagde toegezonden. Hierop stond – onder meer – het volgende vermeld:

Wij zijn niet verantwoordelijk voor breuk, beschadigingen, diefstal, vandalisme.

Wij brengen in kosten bij genoemde € 1675.00 / Rendier, € 1950.00 / Arreslee excl btw .

Wij danken u voor uw bestelling.

Onze algemene voorwaarden kunt u inzien en downloaden via onze website.” 

Tijdens de eerste dag van de winterfair (15 december 2018) is de kerstman op enig moment op de rugleuning van de arrenslee gaan zitten (in plaats van dat hij daarin heeft plaatsgenomen). Daarbij is schade aan de arrenslee ontstaan, doordat de achterzijde van de arrenslee is afgebroken.

De verhuurder heeft een offerte opgevraagd, om zicht te krijgen op de herstelkosten. Een derde heeft de kosten van herstel op 24 januari 2019 begroot op € 3.303,30 (incl. BTW).

De vordering van de verhuurder en het verweer van de vereniging

De verhuurder heeft de vereniging aansprakelijk gesteld voor zijn schade. Deze heeft hij begroot op het door de derde geoffreerde bedrag.

De belangenvereniging heeft aansprakelijkheid van de hand gewezen. Zij heeft daartoe aangevoerd dat de gehuurde arrenslee bij aflevering al in gebrekkige staat verkeerde. Om die reden zou die niet over de eigenschappen hebben beschikt waarvoor deze was verhuurd. Daarnaast merkte zij op dat zij de schade niet (zelf) had aangebracht. Voor zover zij enige betalingsplicht had, was die in de ogen van de vereniging beperkt tot het op de factuur genoemde bedrag van € 1.675,00 (excl. BTW).

Het oordeel van de kantonrechter

De wet gaat uit van het vermoeden dat de huurder het gehuurde bij aanvang van de huurperiode in goede orde heeft ontvangen. Dit betreft een weerlegbaar vermoeden. De huurder mag, aldus, tegenbewijs leveren tegen het wettelijke vermoeden dat het gehuurde in goede staat aan haar is verstrekt. Die bewijslast rust op de huurder.

Naar het oordeel van de kantonrechter is de vereniging er niet in geslaagd om het bewijsvermoeden voldoende gemotiveerd te betwisten. De kantonrechter verwijst hiertoe in de eerste plaats naar de omstandigheid dat de vereniging op geen enkele wijze aannemelijk heeft gemaakt dat de arrenslee in slechte staat verkeerde toen die aan haar werd verstrekt. Veroudering van de arrenslee of slijtage in de verf maakte de arrenslee immers nog niet gebrekkig. Bij dit alles betrekt de kantonrechter dat de vereniging niet heeft geprotesteerd over de beweerdelijke slechte staat van de arrenslee, toen die aan haar ter beschikking werd gesteld. In plaats daarvan heeft de vereniging de arrenslee juist zonder protest in gebruik genomen. Om die redenen heeft de kantonrechter de vereniging niet toegelaten om (nader) tegenbewijs te leveren.

Op deze gronden gaat de kantonrechter ervan uit dat de verhuurder de arrenslee in goede staat ter beschikking heeft gesteld en dat de schade die tijdens de huurperiode is ontstaan niet het gevolg is van een gebrekkige staat bij aanvang. Op die grondslag acht de kantonrechter de huurder aansprakelijk voor de door de verhuurder geleden schade.

Ook in het verweer van de vereniging, dat zij de schade niet zelf heeft aangebracht, gaat de kantonrechter niet mee. Als huurster is zij namelijk aansprakelijk voor schade die tijdens de huurperiode aan het  gehuurde is ontstaan, ook wanneer deze schade door een derde, zoals in dit geval de door haar verzorgde kerstman, is veroorzaakt. De schade komt daarmee voor haar rekening en risico.

Voor wat betreft hoogte van de gevorderde schade volgt de kantonrechter het verweer van de vereniging wel, zij het gedeeltelijk. In dat kader oordeelt de kantonrechter in de eerste plaats dat de verhuurder zijn schade beter had moeten onderbouwen. In het bijzonder had van hem mogen worden verlangd dat hij de kosten voor materiaal en arbeidsloon had uitgesplitst. Ook had de verhuurder specifieker moeten aangeven welk tijd met de herstelwerkzaamheden gemoeid zou zijn.

Daarnaast onderschrijft de kantonrechter het verweer van de huurder dat de verhuurder eventuele schadeclaims met de op de factuur genoemde bedragen heeft gemaximeerd, althans gefixeerd. Met het oog daarop wordt een bedrag ad € 2.359,50 incl. BTW (zijnde € 1.950,00 excl. BTW) aan schadevergoeding toegewezen.

Wat leert deze uitspraak?

Veel mensen denken dat de schade aan het gehuurde voor rekening en risico van de verhuurder komt. Zij menen dat een eventuele schade met de huurprijs is afgekocht. Uit deze uitspraak blijkt duidelijk dat deze opvatting niet correct is. Tenzij hij kan aantonen dat het gehuurde object reeds defect was toen het werd verstrekt, is de huurder aansprakelijk voor schade daaraan.

Los van het feit dat het sowieso netjes is om voorzicht om te gaan met de spullen van iemand anders, is dit dus ook verstandig ter vermijding van aansprakelijkheid.

Overigens geldt deze logica niet alleen bij huurovereenkomsten. Ook bij bruikleenovereenkomsten moet de bruiklener erop bedacht zijn dat hij aansprakelijk is voor eventuele schade, wanneer hij zich niet als “een goed huisvader” gedraagt. Dit ondervond de bestuurder in deze kwestie, die tijdens een proefrit schade reed.    

Terugkomend op de vraag uit de kop van dit artikel: in deze procedure hoefde noch de kerstman, noch de verhuurder de schade aan de arrenslee te dragen. De vereniging die de arrenslee had gehuurd, werd daartoe immers veroordeeld. Wanneer de kerstman de huurder was, geweest, had deze de schade moeten voldoen.

Vragen?

Wilt u ondersteuning bij het opstellen van een huurovereenkomst? Of hebt u met een (ver)huurder discussies over de uitleg van een overeenkomst en/of de daaruit voorvloeiende verplichtingen? Onze in huurrecht gespecialiseerde advocaten bespreken graag met u wat zij voor u kunnen betekenen.