Ontslag op staande voet

6 dec, 2021

Wanneer een werkgever een werknemer op staande voet ontslaat, komt er per direct een einde aan de arbeidsovereenkomst.

Geen loon en geen WW voor de werknemer

Dit heeft verstrekkende gevolgen voor de werknemer. Niet alleen zit de werknemer per direct zonder loon, maar bovendien zal de werknemer over het algemeen ook niet in aanmerking komen voor een WW-uitkering. Het UWV zal namelijk in de regel oordelen dat het ontslag als “verwijtbaar” kwalificeert.

Risico’s voor de werkgever

Een ontslag op staande voet is voor de werkgever niet zonder risico’s. Rechters stellen strenge eisen aan een ontslag op staande voet.

De eisen voor ontslag op staande voet

De vereisten voor een ontslag op staande voet zijn als volgt:

  1. in de eerste plaats dient de werkgever een dringende reden te hebben. Gedacht kan worden, onder meer, aan werkweigering of diefstal. Het is daarbij aan de werkgever om te bewijzen dat de opgegeven reden het ontslag rechtvaardigt. Dit betekent dat de werkgever zowel moet bewijzen dat de werknemer zich schuldig heeft gemaakt aan de verweten gedragingen, maar ook dat die gedraging het ontslag op staande voet (met alle gevolgen van dien) rechtvaardigt;
  2. tevens moet het ontslag onverwijld – dus zonder (onnodige) vertraging – worden gegeven (meegedeeld);
  3. ook dient de werkgever de reden direct, gelijk met de ontslagmededeling, aan de werknemer mee te delen. Op een later moment mag de werkgever de reden voor het gegeven ontslag in principe niet uitbreiden.

Zelfs wanneer de werkgever aan voornoemde eisen voldoet, kunnen de persoonlijke omstandigheden van de werknemer met zich brengen dat het ontslag op staande voet in de gegeven omstandigheden toch niet gerechtvaardigd is. Hiervan kan, bijvoorbeeld, sprake zijn bij een werknemer met een (zeer) lang dienstverband die altijd goed heeft gefunctioneerd.

Vernietiging & procedure

Wanneer een werknemer van mening is dat het ontslag op staande voet niet terecht is, kan hij de kantonrechter verzoeken om het ontslag op staande voet te vernietigen. Dit dient te geschieden bij verzoekschrift, dat binnen twee maanden na het ontslag op staande voet door de kantonrechter is ontvangen. Deze termijn van twee maanden betreft een vervaltermijn. Deze kan derhalve niet met een stuitingsbrief worden opgerekt.

Hoger beroep bij het Hof

Wanneer de kantonrechter het ontslag op staande voet in stand houdt, kan de werknemer hoger beroep instellen tegen de uitspraak van de kantonrechter. Het Hof kan het ontslag op staande voet dan niet meer vernietigen; wél kan het Hof de werkgever veroordelen om een nieuwe arbeidsovereenkomst aan te bieden.